Eerste reeks antwoorden DSV
Datum beantwoording 8 september 2020
Algemeen
College werkt conform raadsbesluiten.
Zoals de gemeenteraad mag verwachten van het college, vormen door de
gemeenteraad genomen besluiten het kader voor de uitvoering van die
besluiten.
Dit is ook van toepassing op de ontwikkeling van bedrijventerreinen en in
onderhavige situatie op de grondverkoop van een bedrijfskavel aan DSV.
De raadsbesluiten die onder andere het kader vormen voor deze grondverkoop
zijn:
- Vaststellen van het bestemmingsplan Welgelegen III (20-04- 2017)
- Vaststellen Structuurvisie Uitbreiding Welgelegen Tholen (15-03-2018)
- Vaststellen grondprijzen gemeente Tholen (jaarlijks, laatstelijk
06-12-2018 en 12-12-2019)
- Vaststellen grondexploitatieberekening (jaarlijks, laatstelijk
11-10-2018, 20-06-2019 en-04-2020)
Wanneer het college of een externe partij af wil wijken van een raadsbesluit
dan zal dit wederom voorgelegd moeten worden aan de gemeenteraad.
De transactie met DSV wijkt niet af van verkopen van bedrijfsgrond aan
Antwoord van college/ andere bedrijven.
Namelijk de levering van een bouwrijp kavel tegen de burgemeester indien
schriftelijk door de raad vastgestelde grondprijs.
Met name de laatste jaren is door de gemeente extra ingezet op het
aantrekken van bedrijven met bijbehorende werkgelegenheid en spin off.
Dat willen we graag zo voortzetten.
Het is uiteraard een bevoegdheid van de raad om kritische vragen te stellen
aan het college.
Echter negatieve beeldvorming, al dan niet bewust in de wereld geholpen door
de wijze van vragen stellen, kan leiden tot negatieve effecten op het
vestigingsklimaat.
Verder straalt het negatief af op het ondernemersklimaat van Tholen waar nu
een bedrijf rechtstreeks onderdeel van politieke discussie dreigt te worden.
Beantwoording vragen:
- Jaarlijks worden door de gemeenteraad de grondprijzen vastgesteld,
dit is een exclusieve kader stellende bevoegdheid van de gemeenteraad.
In de 2 e alinea van het raadsvoorstel is opgenomen dat het een
belangrijke doelstelling is om bij het grondprijzenbeleid marktconform
te opereren.
In die afweging bekijkt het college, onder andere, wat de ons omringende
gemeenten met hun grondprijzenbeleid doen.
Verder zijn economische ontwikkelingen ten aanzien van de woningmarkt en
het bedrijfsleven van belang.
Het college is gehouden bij verkopen niet af te wijken van de door de
gemeenteraad vastgestelde grondprijzen.
Het betreffende bedrijfskavel is dan ook conform de vastgestelde
grondprijs verkocht.
Met het oog op voornoemde raadsbesluiten delen wij de vaststelling van
het ABT in het geheel niet, zijnde dat in deze situatie door het college
een “dramatisch beroerde transactie” is gesloten.
Specifiek voor het vestigen van grootschalige logistiek is ook nader
onderzoek gedaan (zie ook de beantwoording bij vraag 2).
Tevens heeft onze ambtelijke organisatie op diverse vakgebieden
gedurende het jaar contacten met verschillenden gemeenten.
De grondprijzen zijn in 2018 en 2019 vastgesteld in de raadsvergadering
van december voor het daaropvolgende jaar.
Tevens zijn wij voornemens het grondbeleid te actualiseren en zoals
gebruikelijk een voorstel m.b.t. grondprijzen aan de raad voor te
leggen.
- Ten aanzien van het bestemmingsplan Welgelegen III waarin specifiek is
vastgelegd dat dit bestemmingsplan uitsluitend ruimte biedt aan
grootschalige logistiek is middels rapportages van Arcus plus en Stec de
marktvraag en het actuele aanbod geanalyseerd (zie bijlagen I en II bij
de toelichting van het bestemmingsplan).
Daarbij zijn verschillende aspecten bij betrokken zoals o.a. de
locatie(omvang) en bereikbaarheid.
Ook wordt jaarlijks de grondexploitatieberekening ter actualisatie
voorgelegd aan de gemeenteraad.
- U concludeert op basis van eigen onderzoek en oordelen van landelijke
vastgoed experts dat een veel hogere grondprijs haalbaar geweest zou
zijn.
Vanzelfsprekend oriënteert ook het college zich breed alvorens een
raadsvoorstel m.b.t. vaststelling grondprijzen aan de gemeenteraad voor
te leggen.
Informeren bij andere gemeenten naar grondprijzen maakt daar onderdeel
vanuit.
Echter zijn locaties en de aanwezigheid van voorzieningen in de omgeving
van een locatie niet altijd vergelijkbaar (bijvoorbeeld nabijheid
havenfaciliteiten/ wel of niet noodzaak om te heien).
Wij kunnen niet anders concluderen dan dat de thoolse grondprijs voor
bedrijventerrein marktconform is.
Dit wordt overigens bevestigd door Rewin en Impuls Zeeland.
Ook de redenering en zienswijze van de fractie van ABT met betrekking
tot ongeoorloofde staatsteun delen wij niet.
Op basis van uitgevoerde onderzoeken en vastgesteld beleid met
betrekking tot het bestemmingsplan, grondprijzen en grondexploitatie is
de aangehaalde situatie niet aan de orde.
Er is geen sprake van een transactie die leidt tot oneerlijke
concurrentie of ongelijke behandeling van kopers.
Voor verkoop van bedrijfskavels wordt in opdracht van de
verkoper/gemeente geen taxatierapport opgesteld.
Gezien het hiervoor genoemde heeft het college geen toestemming gevraagd
aan de Europese Commissie in het kader van deze transactie.
Zie ook de beantwoording op vraag 1 en 2.
- Omdat de transactie inzake grondverkoop aan DSV een grote financiële
impact heeft hebben wij ons bij laten staan door deskundige op het
gebied van deze transactie.
In deze zaak hebben wij Pels Rijcken advocaten en notarissen
ingeschakeld (www.pelsrijcken.nl).
Pels Rijcken behoort tot de top van advocaten- en notarissenkantoren in
Nederland.
Tot de partners behoort ook de landsadvocaat.
Gezien het hiervoor genoemde (incl. de beantwoording op vraag 1 t/m 3)
zijn wij niet voornemens om gebruik te maken van het recht om terug te
vorderen.DSV is vanaf het eerste gesprek duidelijk en transparant
geweest over hun bedrijfsvoering en bedoeling (sale en leaseback).
Om speculatie met bouwgrond te voorkomen is in de koopovereenkomst een
bouwplicht opgenomen en geen anti-speculatiebeding.
Anders dan het ABT stelt is er geen anti- speculatiebeding geschrapt.
De stelling die ABT inneemt in deze is onwaar!
- Gezien het feit dat de verkoop van bedrijfsgrond conform door de
gemeenteraad vastgesteld beleid (o.a. bestemmingsplan en grondprijzen)
heeft plaatsgevonden was er geen enkele aanleiding om te spreken over
enige vorm van ongeoorloofde staatssteun.
Hier is om voorgaande reden ook geen correspondentie over gevoerd.
Zie ook de beantwoording op vraag 1, 2 en 4.