Nummer | |
Datum ontvangst raadsgriffie | |
Datum | 30 maart 2021 |
Vraag wordt gesteld aan | College |
Naam steller vraag | ABT Fractie |
Verzocht wordt de volgende vraag (vragen) te beantwoorden |
|
Toelichting (indien nodig) |
Geacht College, Het is even stil geweest rond de DSV transactie. We naderen nu met moment dat het dossier bijna compleet hebben om bij verschillende instanties een formele klacht in te dienen. Dit vraagt een gedegen voorbereiding daarom toch nog een paar vragen om checken of onze conclusies juist zijn. De belangen zijn immers groot. Het is inmiddels een bijna 120 pagina’s tellend document geworden. In dat stuk trachten wij en gedocumenteerd een genuanceerd beeld te scheppen. Tijdens het vervolmaken van dat document stuiten we toch weer op een aantal elementen die de nodige vragen oproepen. Het eerste punt betreft de verleende omgevingsvergunning voor het Megagebouw van 95000 M2 dat DSV heeft gerealiseerd. We beginnen met een citaat uit de toelichting op het vigerende bestemmingsplan Welgelegen ׀׀׀. Op instignatie van de provincie werd in het bestemmingsplan het volgende toegevoegd: Wij citeren: De mosterddijk is een landschappelijk waardevol element en heeft daarom in het provinciaal beleid een beschermde status. De provincie is bereid om mee te werken aan het afgraven van de dijk, mits dat wordt gecompenseerd. Om de landschappelijke effecten te verzachten zullen de gebouwen daarom met een aangepaste kleurstelling worden gebouwd waardoor het minder opvalt. Aan de onderzijde worden donkere kleuren toegepast, naar boven steeds lichtere horizontale stroken. Aanvullend op de welstandstoetsing wordt dit geregeld bij de verkoop van de gronden. Einde citaat. Onze adviseurs stellen vast:
Conclusie: Alle esthetische eisen die het provinciaal bestuur oplegde (zie hierboven) en welke eisen vervolgens zijn terug te vinden in het bestemmingsplan (hoofdstuk 2.4.5) werden door uw college volkomen genegeerd. Daarmee heeft u de omgevingsvergunning voor dit megacomplex derhalve in strijd met de provinciale afspraken en de regels van het bestemmingsplan verleend. Het college zal wellicht verdedigen, dat de plantoelichting van het bestemmingsplan niet altijd juridisch bindend is. Dat kan geen excuus zijn. Immers prevaleert de afspraak met de provincie. Nog minder kan de afwijking van het bestemmingsplan als een juridisch kruimelgeval worden beschouwd. Het blijft onomstotelijk vast staan dat de eis en de voorwaarden van het provinciaal bestuur van Zeeland en de toelichting in het bestemmingsplan door uw college met voeten zijn getreden. Als u zich als college niet aan de bestuurlijke afspraken houdt zal het ongetwijfeld ook de verhouding met de provincie bruuskeren op het gevaar af dat (bijvoorbeeld ) gevraagde subsidies minder zullen scoren. |
Antwoord college / burgemeester | |
Datum beantwoording | |
Ingeleverd bij de griffie |
© 2021 Algemeen Belang Tholen. Externe artkelen hebben een bronvermelding, overname eigen-artikelen is toegestaan mits met bronvermelding. Webber versie 210305a |
|