Verzocht wordt de volgende
vraag (vragen) te beantwoorden |
1. Rode draad (en het excuus!) in het betoog van het college is, dat het zich strikt moet houden aan het financiële kader zoals dat door de
gemeenteraad is vastgesteld en dus niet bevoegd is om van de in 2018 en 2019 vastgestelde grondprijzen af te wijken.
ABT heeft daarmee ingestemd en dus wordt de visie van ABT als zou er sprake van een uiterste beroerde transactie niet gedeeld.
De grondprijzen zijn inderdaad met de instemming van ABT door de gemeenteraad vastgesteld, aannemend dat er sprake was van marktconforme prijzen.
En ja, het college dient zich daar in principe aan te houden.
Echter is dat verwijt naar ABT ten onrechte.
Allereerst, omdat volgens de Europese wetgeving het college vooraf een onafhankelijke taxatie had moeten vragen als basis voor deze grote transactie.
Als de gemeente volgens die (strikte) EU regels had gehandeld was automatisch boven water gekomen, dat € 87, per m2 niet marktconform was.
Dus niet ABT schoot tekort, maar het college.
Bovendien is een grondprijs niet in marmer gebeiteld, grondprijzen bewegen en fluctueren in de vastgoedmarkt.
Zeker in tijden van hoogconjunctuur en daarvan was in 2018 en 2019 sprake.
Een “markt” (het woord zegt het al) die nu een maal dynamisch is en niet stil staat!
Een grondprijs geldt feitelijk als een dagkoers en als het college bij de les was geweest had ze begin 2019 – toen met DSV voor het eerst werd gesproken – allereerst moeten vaststellen, dat er een duidelijke upswing had
plaats gevonden van grondprijzen voor grootschalige kavels.
Het college had zich in de markt opnieuw moeten oriënteren om te voorkomen, dat er financiële kansen gemist werden.
Ook indachtig de EU regels.
En dan ligt die verantwoordelijkheid bij het college en uitdrukkelijk niet bij de gemeenteraad.
Het college – beschikkend over een goed geëquipeerd en omvangrijk ambtelijk apparaat - had de gemeenteraad binnen een paar dagen bij elkaar kunnen roepen en voor kunnen stellen – vanwege het grote financiële belang van de
inwoners – een veel hogere (markt)conforme prijs vast te stellen.
Als gemeenteraad en als generalisten varen wij bijna blind op het kompas van het college, omdat het college zich als specialist manifesteert en daarmee dagelijks aan de slag is, evenals haar staf!
En dan kan het college zich niet simpel verschuilen achter het argument, dat de gemeenteraad de grondprijs had bepaald en dus het college geen hogere (markt)prijs had kunnen en mogen toepassen als de markt dat dicteert.
Een van de voorwaarden trouwens met betrekking tot ongeoorloofde staatssteun – het kan niet genoeg worden gezegd- is namelijk een ”marktconforme” prijs hanteren en dat vooraf door een onafhankelijk bureau laten bepalen.
Maar daarover later nog meer.
Daarnaast was altijd een constructie denkbaar geweest, dat het college een hogere (markt) prijs aan DSV had voorgesteld – gebaseerd op die onafhankelijke taxatie - met het juridisch voorbehoud, dat de gemeenteraad met spoed
zou worden geconsulteerd.
Een constructie die ook in juridische en morele zin houdbaar is.
Pijnlijk om te constateren, dat het college die grote kans heeft laten liggen – en zoals hieronder zal blijken – dat huiswerk en een gedegen marktoriëntatie met een vaststelling van een marktconforme prijs – niet heeft
verricht.
Er werd in strijd gehandeld met de Europese regels.
Het college was niet alert, verzuimde de gemeenteraad te consulteren op zo’n cruciaal onderdeel en zat te dutten.
Verzuimde vervolgens een actueel beeld te krijgen van de toen geldende status van de markconforme grondprijzen in en buiten de regio.
Het college had goud in handen en wist er niet adequaat mee om te springen.
- Waarom heeft het college nagelaten om de Raad te informeren over de sterke stijging van de grondprijzen en de grote schaarste in relatie tot de wettelijke eis van een marktconform optreden.
En waarom werd niet conform de EU regels gehandeld, namelijk vooraf een taxatierapport vragen aan een onafhankelijk bureau?
- Waarom heeft het college geen actie genomen om de gemeenteraad met voorrang en spoed bijeen te roepen en voorstellen te doen over een hogere grondprijs die wel marktconform was.
2.
Een tussentijdse doorverkoop van industriegrond kan niet plaats vinden zonder toestemming van het college.
Een constructie die al meer dan vijftig jaar (standaard) door alle gemeenten in Nederland in elk verkoopcontract aan een bedrijf wordt opgelegd.
Die bepaling ligt ook vast in de mede door de gemeenteraad van Tholen geaccordeerde algemene verkoopvoorwaarden voor de verkoop van industrieterreinen.
Pikant detail.
Het college beroept zich nu op het vastgestelde financiële grondprijs kader, waarvan hij – aldus het college – niet mocht afwijken.
Hierboven hebben we aangegeven, dat dit argument geen houdt snijdt en nergens op slaat.
Echter datzelfde college wijkt wel af van een ander belangrijk kader, dat aan de gemeenteraad ter kennis is gebracht toen in 2004 de algemene verkoopvoorwaarden voor de verkoop van industriegrond werden vastgesteld.
En met name als het gaat over het loslaten van de al decennia lang gehanteerde clausule dat doorverkoop van het vastgoed zonder toestemming van het college niet is toegestaan, zolang de bebouwing niet gebruiksklaar is.
En nu komt het....het college schrapt die verplichting – als gevolg waarvan DSV gigantisch kon cashen - zonder zo’n belangrijke afwijking vooraf te melden aan de gemeenteraad.
Als je al meer dan vijftig jaar zo’n cruciale bepaling toepast en dat aan elk bedrijf oplegt had het college dit element vooraf moeten melden aan de gemeenteraad.
Alleen al op morele gronden!
Het college mist kennelijk de vereiste voelsprieten!
- Wij stellen daarom de vraag waarom het college (in afwijking van de regels die destijds ook aan de gemeenteraad ter kennis zijn gebracht en in commissies zijn besproken) zo’n cruciale bepaling schrapte.
- En waarom is niet de moeite genomen om de gemeenteraad bij zo’n forse afwijking daarin te betrekken;
- Waarom is de gemeenteraad überhaupt niet betrokken in zo’n belangrijke transactie.
Het simpele verweer, dat de formele bevoegdheid bij het college ligt is terecht in geval van doorsnee transacties, maar is niet overtuigend in het geval van een megatransactie die niet eerder in de geschiedenis van
Tholen aan de orde was.
- Heeft het college niet voorzien, dat DSV aldus geweldig zou gaan cashen en heeft de adviseur (Pels Rijcken) dat risico niet aangestipt?
Of werd dat cadeautje DSV gegund en is er aldus wederom sprake van bevoordeling van één bedrijf?
1-Uw college verdedigt zich ten aanzien van de (lage) grondprijs met een verwijzing naar gevoerd overleg en onderlinge correspondentie tussen gemeenten en ambtenaren van gemeenten.
Voor de verdediging van de lage grondprijs voert u ook aan, (wij citeren): “”Wij kunnen niet anders concluderen dan dat de Thoolse grondprijs voor het bedrijventerrein Welgelegen marktconform is.
Dit wordt overigens bevestigd door Rewin en Impuls Zeeland””.(einde citaat).
- Als dat overleg heeft plaats gevonden merken wij op, dat een dergelijk overleg niet voldoet aan de regels van de EU.
Er moet sprake zijn van een vooraf vastgesteld taxatierapport dat als onafhankelijk kan worden beschouwd.
Uitwisselingen met collega gemeenten en regionale ontwikkelingsmaatschappijen voldoen daar uiteraard niet aan.
-
- Was het college niet bekend met die wettelijke eis van onafhankelijkheid en de EU regels? 4-Als verdediging voor de (lage) grondprijs voert het college ook aan, dat het Arcus
Plus rapport en het Stec rapport mede de basis vormde voor het bepalen van de (lage) grondprijs.
Als bewijs worden de rapporten bijgesloten.
Echter waren die rapporten niet bijgesloten.
Maar wat blijkt.
Beide rapporten zijn hopeloos gedateerd (2015).
Met alle respect, een lachertje om dit als argument op te voeren.
Immers werd de DSV transactie vele jaren later in 2019 gesloten.
En juist medio 2018 en 2019 vond de upswing van grondprijzen plaats.
Grondprijzen kennen immers dynamiek en omdat de grondprijs bewegen met de markt moet de gemeente ”marktconform” handelen.
Hoe kunnen we zo’n antwoord als serieus betitelen.
En bovendien en nu komt het.
In beide rapporten worden helemaal geen grondprijzen genoemd.
Het Arcus Plus rapport van Welgelegen (2015) sprak in 2015 al uit (wij citeren), “”dat de vraag naar grote kavels de komende jaren hoog zal blijven In Nederland en in het bijzonder de as Rotterdam-Venlo.
West-Brabant – zo vervolgt het rapport – kan echter steeds minder goed voorzien in deze kavels.
De te realiseren logistieke kavels(s) op Tholen zijn vanuit dit perspectief kansrijk te noemen, mede door de komst van de A-4 biedt het voldoende kwaliteiten om”” enz.
enz (einde citaat).
Toen al had de gemeente moeten beseffen, dat de gemeente met Welgelegen III – het zij herhaald - goud in handen had!
In de rapporten wordt dus nergens gesproken over grondprijzen, marktconform handelen of anderszins.
- Of kan het College een ander rapport van Stec en Arcus, dat wel actueel was en uit 2019 dateerde overleggen?
Nee dus.
Ook op dit onderdeel staat de conclusie al bij voorbaat vast.
Het college neemt een loopje met de waarheid en leidt ons wederom om de tuin om het nog maar vriendelijk te zeggen.
4. Ander argument dat de gemeente hanteert ter verdediging van de lage grondprijs richt zich op de omstandigheid, dat de locaties en de aanwezigheid van voorzieningen
(havenfaciliteiten, noodzaak om te heien) niet altijd vergelijkbaar zijn.
Ook dit antwoord getuigt van gebrek aan kennis als het gaat over het vestigen van (grote) bedrijven, aldus zeggen onze experts.
In de logistieke sector zijn drie elementen belangrijk, t.w.
korte afstand naar belangrijke transportassen, een voldoende geëquipeerde arbeidsmarkt en in internationaal verband de mogelijkheid voor een (fiscale) tax ruling.
Een havenvoorziening zoals het college als argument aanvoert is ondergeschikt, omdat een groot deel van de goederen per as wordt vervoerd.
Een haven voorziening is wel belangrijk voor een betonfabriek of een asfaltfabriek die dagdagelijks zijn grondstoffen moet aanvoeren, echter geldt dit in veel mindere mate voor de logistieke sector.
Bovendien – en dat maakt de positie Tholen dus ook sterk - kan in Tholen gebruik gemaakt worden van een shuttle concept naar de binnenvaart containerterminal in Bergen op Zoom.
Grote logistieke dienstverleners uit Roosendaal maken op die wijze ook van die Bergse faciliteit gebruik maken.
De vele successen die Roosendaal boekte bevestigen dat ook.
Het argument van het ontbreken van een haven voorziening in Tholen doet dus geen opgeld.
Het andere argument van het al of niet heien is ook onjuist, want zowel in Bergen op Zoom, Roosendaal, Dinteloord, Steenbergen, Breda, Etten Leur, Moerdijk moet worden geheid (mede vanwege de schaalgrootte).
En als er al sprake is van een gunstige grondslag zoals in Brabant dan zijn heiactiviteiten noodzakelijk vanwege de hoogte van het gebouw en nogmaals de schaalgrootte.
Het terrein Welgelegen III ligt net als Bergen op Zoom, Roosendaal, Etten-Leur, Breda, Moerdijk en Oosterhout binnen zes minuten van een belangrijke logistieke transportas.
Tholen kan bovendien bogen op de belangrijke transportas A-4 met daarnaast de korte afstand naar de A-58.
Een directe noord-zuidverbinding (Rotterdam-Antwerpen) als de importante A-4 missen de andere West-Brabantse steden (m.u.v.
Bergen op Zoom) en dat maakt de Thoolse positie juist zo bijzonder.
In termen van de arbeidsmarkt profiteert Tholen van de aanwezigheid van de stad Bergen op Zoom en de regio West- Brabant.
Hemelsbreed gelegen op 3,5 km, dus ook aan dat criterium voldoet Tholen.
Tholen kan daarnaast ook de faciliteit van een tax ruling bieden, omdat het een nationale regeling betreft, zo zeggen onze experts.
Dus samenvattend, op alle fronten scoort Tholen even goed of zo niet beter dan andere locaties in Zuid-West-Nederland en dus is een vergelijking met andere steden correct en verantwoord.
Los van het feit, dat de gemeente opnieuw volledig voorbij gaat aan het gegeven, dat op het moment suprême nergens in Zuid-West- Nederland een grootschalig kavel van 15 ha beschikbaar was.
Wij hebben een afdruk van een benchmark aangereikt van alle distributielocaties in Zuid-West-Nederland (28 totaal)samengesteld door de ingehuurde vastgoedexperts.
Daaruit blijkt dat op dat moment nergens een grootschalig kavel beschikbaar was, ergo de gemeente had goud in handen maar deed er niks mee.
Er was dus ook geen sprake van marktconform handelen!
- Is het college het eens met onze benchmark en het aangeleverde overzicht, waaruit blijkt.
dat er op het moment van de onderhandeling met DSV nergens in Zuid-West-Nederland (anders dan het extreem dure Dordrecht, Ridderkerk en Bleiswijk) slechts één locatie beschikbaar was en dat was Tholen.
- Zo, nee kunt u aangeven wat er niet klopt van die analyse?
- Is het college het met ons eens, dat op het moment van onderhandeling met DSV er ook geen perspectief bestond op alternatieve (toekomstige) locaties die binnen een termijn van 2 a 3 jaar op de markt zouden komen.
(Denk aan de locatie LPM Moerdijk, waarvoor nog steeds een procedure (stikstof) bij de Raad van State loopt los van een evenzo hoge grondprijs en een volstrekt ongewisse uitkomst)?
6. Het college houdt voet bij stuk en houdt staande, dat ongeoorloofde staatssteun niet aan de orde is.
De transactie zou niet leiden tot oneerlijke concurrente of een ongelijke behandeling.
Even verder zegt het college, dat voor verkoop van bedrijfskavels geen taxatierapport behoeft te worden opgesteld.
Om bij het laatste te beginnen.
Europese regel is, dat o.a.
bij grote transacties een marktconforme prijs moet worden toegepast.
En die marktconforme prijs kan bewezen worden door een onafhankelijk taxatierapport ondersteund met een benchmark, dat vooraf is samengesteld.
Dus om te voorkomen, dat ongeoorloofde staatssteun in het geding was had de gemeente vooraf een onafhankelijk taxatierapport (met benchmark) moeten laten opstellen, waaruit blijkt dat er sprake is van een (dat is de eis
van Brussel) een marktconforme prijs.
Wij wijzen u nogmaals op de Notion of State Aid van de EU (zie ook de website www.europadecentraal.nl) Wanneer een decentrale overheid een grondtransactie (wij citeren uit de website) aangaat met een onderneming voor
een prijs die afwijkt van de marktprijs, is er al gauw sprake van staatssteun, zo begint de inleiding op de website.
Ongeoorloofde staatssteun kan worden voorkomen – zo lezen we op die site iets verder – als er sprake is van een marktconforme prijs, hetgeen blijkt uit een vooraf samengesteld taxatierapport en geproduceerd door een
onafhankelijk taxateur en ondersteund door een benchmark.
Conclusie, de gemeente had (in tegenstelling tot haar bewering) bij deze grote transactie vooraf een onafhankelijk taxatierapport moeten laten samenstellen en zoals omschreven in de Notion of State Aid.
- Erkent u de regels van the Notion of State Aid van de EU en waaruit onomstotelijk blijkt, dat bij grote transacties staatssteun kan worden voorkomen door toepassing van een marktconforme prijs;
- Erkent u nu wel, dat op basis van de EU regels, daarvoor vooraf een taxatierapport afkomstig van een onafhankelijk bureau gevraagd had moeten worden en dus thans niet wordt voldaan aan de regels van the Notion of
State Aid;
- Erkent u dat de rapporten van Stec/Arcadis in 2012 zijn samengesteld, hopeloos verouderd waren?
- Erkent u dat de rapporten van Stec en Arcadis geen advies bevatten over marktconforme grondprijzen, los van het sterk gedateerde rapporten, uit 2012?
7. Het college zegt, dat er geen sprake is van een transactie die leidt tot oneerlijke concurrentie of ongelijke behandeling van kopers.
Wij vatten de (belangrijkste) voorbeelden die het tegendeel aantonen nog even kort samen: 1.Geen marktconforme grondprijs, of beter een veel te lage grondprijs, waardoor miljoenen euro’s werden weggegeven; Zie
benchmark.
(bevoordeling en ongelijke behandeling) 2.Uitstel van de betaling van de kooppenningen voor meer dan een jaar zonder enige vergoeding van rente (bevoordeling en ongelijke behandeling); 3.Wegen, sloten en bermen door de
gemeente aangelegd die normaliter voor rekening van de koper hadden moeten komen (bevoordeling en ongelijke behandeling); 4.Wegen in 2029 of later overdragen zonder prijsafspraken te maken, dus geen sanctie om de
overdracht en verkoop van de grond t.z.t.
af te dwingen en wederom derving van inkomsten voor de gemeente (bevoordeling e n ongelijke behandeling); 5.De grond van de groenwal aan de zuidzijde met sloten en waterpartijen niet mee verkocht met dus een derving van
inkomsten (bevoordeling en ongelijke behandeling); 6.
Groenwallen aan de zuidzijde door de gemeente aangelegd (met onderhoudsplicht) in plaats van dat DSV dat had moeten verrichten (bevoordeling en ongelijke behandeling); 7.Een overhoek, c.q.
een stuk niemandsland gecreëerd zonder dat DSV dit behoefde te kopen en niemand in de toekomst er gebruik van kan maken anders dan DSV en waardoor inkomsten zijn gemist en de gemeente met de rug tegen de muur staat
(bevoordeling en ongelijke behandeling)
8. Diverse juridische open eindconstructies (bijv.
latere bepaling van de terreinoppervlakte), waardoor DSV niet verplicht kan worden om de grond af te nemen.
De gemeente staat dan weer met de rug tegen de muur.
Dus gemiste inkomsten (bevoordeling en ongelijke behandeling) 9.Geen parkmanagementbijdrage toegepast zoals elke gemeente dat doet met een nieuw grootschalig terrein en als gevolg waarvan miljoenen op het conto van de
gemeente komen voor uit te voeren onderhoud de komende decennia; Fors gemiste inkomsten!(bevoordeling en ongelijke behandeling).
10. Wat in vijftig jaar niet werd toegepast betreft het uitdrukkelijk toestaan (en wat geen enkel bedrijf ooit kreeg aangeboden), dat DSV de grond mocht doorverkopen zonder
toestemming of (financiële) voorwaarden met een giga winst voor DSV als gevolg (bevoordeling en ongelijke behandeling);
11. Verzuimd om te spreken over het (bescheiden) delen in de winst zoals de IJsbaanvereniging in Sint-Annaland dat wel met de gemeente overeen kwam!
Het zogeheten anti-speculatiebeding (bevoordeling en ongelijke behandeling).
12. DSV hoefde de vrijkomende grond over een oppervlakte van 130.000 m2 (is goed voor ca. 60.000 m3) niet af te voeren (bevoordeling en ongelijke behandeling);
13. De gemeente zag af van de thans gebruikelijke voorwaarde om zonnepanelen op het giga dak te plaatsen, goed voor 1000 Thoolse huishoudens, omdat dit onvoldoende paste in het
verdienmodel van DSV, terwijl andere burgers dat welkl wordt gevraagd.
Strijdigheid met de zorgplicht (bevoordeling en ongelijke behandeling); 14. In strijd met het bestemmingsplan geen grootschalige groenwal aan de noord- en westzijde aanleggen ter
maskering van het giga gebouw.
Die kosten zijn financieel DSV ook niet afgedwongen (bevoordeling en ongelijke behandeling);
15. Geen afspraken gemaakt over parkeren, kritiekloze acceptatie van stikstofrapporten, acceptatie van veel te lage vrachtwagenbewegingen, geen afspraken over parkeren vrachtwagens,
extra toegestane inritten en zo kunnen we nog even doorgaan.
Het college zegt letterlijk, dat de transactie met DSV niet leidt tot oneerlijke concurrentie of ongelijke behandeling van kopers.
Hoe kun je dat blijven beweren na bovenstaande litanie van cadeaus, giften, douceurtjes, emolumenten voorkeursbehandelingen en eenzijdige bevoordeling en ongelijke behandeling!
Als het college dat blijft ontkennen weten we het niet meer.
Wie heeft dan met alle respect oogkleppen op.
Dit is geen klein bier!!
Zie nogmaals de waslijst aan cadeaus hierboven!
Onder sub 4 verdedigt het college zich door te stellen, dat Pels Rijcken, advocaten en notarissen is ingeschakeld.
Behoort tot de top, aldus het college.
Tot de partners behoort ook de landsadvocaat, aldus het college.
Idd Pels Rijcken geldt als een bureau van goede naam en faam.
Met de laatste toevoeging van “landsadvocaat”” wil de gemeente echter een kwaliteitsargument suggereren.
Onze experts zeggen, dat het fenomeen “landsadvocaat”” eerder een beperking is, want het betekent dat de landsadvocaat geen zaken mag behandelen tegen de Staat of tegen andere cliënten, waardoor de belangen van de Staat
direct of indirect zouden kunnen worden geschaad.
Niet meer en niet minder.
De meeste (gerenommeerde) advocatenkantoren in Nederland staan dus niet te trappelen om een keer de landsadvocaat te mogen leveren zoals blijkt uit uitlatingen van Nauta Dutilh, Houthoff, CMS, van Wijmen enz., ondanks
dat dit een omzet van een slordige € 20 mio genereert!
Voor de verkoop van bedrijfskavels wordt in opdracht van de gemeente geen taxatierapport verstrekt, zo antwoordt het college en daarom is geen toestemming gevraagd aan de Europese Commissie.
Een aardige bliksemafleider, maar het volgende doet ons de wenkbrauwen fronsen.
Eerder hebben we in dit stuk met verwijzing naar de website en de Notion of Non State Aid aangegeven dat die plicht wel bestaat.
Wellicht dat het volgende feit uw college wel kan overtuigen en waaruit blijkt, dat uw stellingname apert onjuist is.
De ironie wil, dat een advocaat (Mr. Knook) van hetzelfde advocatenkantoor Pels Rijcken en welk bureau de gemeente nu aanvoert als verdediging, eind 2018 optrad voor de gemeente Alkmaar (Mr. Knook, is ook auteur
Staatssteun, handboek voor de praktijk) in een zaak over ongeoorloofde staatssteun.
Hij geldt als dé specialist op het gebied van staatsteun.
Mr. Knook van datzelfde Pels Rijcken, concludeert in paragraaf 4 o.a. (wij citeren); “”dat bij de aan- en verkoop van gronden minimaal de grond getaxeerd dient te worden alvorens partijen hierover overeenstemming
bereiken””.
Duidelijk is, dat de gemeente Tholen die regel heeft geschonden!
Vervolgens staat de annotatie bol van eisen van marktconformiteit enz. enz.
- Erkent het college nu, dat verzuimd is om vooraf een onafhankelijk taxatierapport te .laten vervaardigen en daarmee in strijd handelt met de regels.
- Is het college bereid om op korte termijn een (openbaar) advies/analyse te vragen aan hetzelfde advocatenkantoor Pels Rijcken over de vraag of ongeoorloofde staatssteun in het geding is, mede onder overlegging van
onze analyses, vragen, marktconformiteit enz.?
- Nog steeds missen wij een aantal cruciale gegevens.
Waar blijft de afsprakenlijst met betrekking tot uit te voeren bouw rijp werkzaamheden.
Waar blijft de al of niet geanonimiseerde e- mailwisseling, waar blijft het formele advies van de welstandscommissie enz. enz.
Als ABT fractie gaan wij alle vragen aan en antwoorden van uw college op onze site te plaatsen (www.abt.nl) en dat een expliciete plaats te geven.
Immers hebben de media en de regionale pers onvoldoende redactionele ruimte om alle details met betrekking tot deze zaak te plaatsen.
Daarmee missen onze inwoners, bedrijven en andere betrokkenen een stuk fundamentele informatie en de juiste nuance.
En dus wordt het moeilijk om een juist oordeel te vormen.
Temeer, omdat we nu gaandeweg steeds meer moeten concluderen, dat het college het niet zo nauw neemt met de werkelijke feiten.
En dus moeten als die aspecten transparant en eerlijk op tafel komen.
Omdat naar onze opvatting deze affaire het lokaal politiek belang overstijgt zou het aanbeveling verdienen dat deze politieke discussie met vragen en antwoorden ook integraal op de gemeentelijke website wordt geplaatst.
Al of niet via een portal formule.
Het bevordert de transparantie, openheid en een juiste oordeelsvorming.
Iedereen kan dan lezen wat er werkelijk speelt.
Het zou het college sieren als hij daartoe bereid is.
- Het lijkt een naïeve vraag, maar deze affaire overstijgt het politiek (lokale) belang.
Wij vragen of het college uit een oogpunt van openheid en transparantie bereid is om alle vragen en antwoorden in dit verband ook op de gemeentelijke website te plaatsen.
Een afwijking van de regel lijkt gezien de belangen alleszins gerechtvaardigd.
Uiteraard ook ingegeven door het grote het financiële belang en de wens tot eerlijkheid, openheid en transparantie voor de Thoolse burger en Thoolse bedrijven en gegeven het feit, dat er sprake is van de grootste
transactie in de historie van Tholen.
|